Op het eerste Voorstel
I. Vertoogh.
So van een gegeve punt A in eene liny of recht uyt twee rechte linien genomen worden, als AB, AC, hebbende tot malkander een gegeve reden; en B de uytterste pael van d'eene AB in een vlacke plaets BD komt te vallen, die in gelegentheyt gegeven is: dan sal oock C de uytterste pael van de ander AC in een vlacke plaets vallen, die in gelegentheyt gegeven is.
't Werck van 'teerste Voorval.
Eerstelijck gestelt zijnde / dat B in de rechte liny BD komt te vallen / soo zy uyt eenich ander punt in deselve liny / als D, tot of door A een rechte liny getogen; sulcx dat BA tot AC zy / als DA tot AE: dan sal 't punt C in een rechte liny vallen / die door E met BD even-wydig gehaelt wort.
't Be-