Gegeven werkstuk II.b

Gegeven zijn twee punten A en B, punt C op lijn AB en cirkel b om middelpunt F door punt B.
De punten A en F liggen op middellijn DG. Op lijn AF liggen ook de punten E en H met AD × AE = AB × AC (dwz
AD=AC 
ABAE
oftewel ∆ADC is gelijkvormig met ∆ABE) en AG × AH = AB × AC (dwz
AG=AC 
ABAH
oftewel ∆AGC is gelijkvormig met ∆ABH).

Meetkundige plaats

Cirkel CEH is de meetkundige plaats van alle punten P met AQ × AP = AB × AC (dwz
AQ=AC 
ABAP
oftewel ∆ABQ is gelijkvormig met ∆APC) waarbij punt Q over cirkel b gaat.

Bijzonderheden