Gegeven werkstuk III.a

Gegeven zijn drie punten A, B en C met hoek BAC. Gegeven is ook lijn b door punt B. Op lijn b ligt punt D zodanig dat ∠ADB = 90°. Voor punt E geldt dat ∠AEC = 90° en dat AC × AD = AB × AE (dwz
AB=AD 
ACAE
oftewel ∆ABD is gelijkvormig met ∆ACE).

Meetkundige plaats

Lijn CE is de meetkundige plaats van alle punten P met ∠PAQ = ∠BAC en AC × AP = AB × AQ (dwz
AB=AQ 
ACAP
oftewel ∆ABQ is gelijkvormig met ∆ACP), waarbij punt Q over lijn b gaat.

Bijzonderheden