soo sal insgelijcx den 3den hoeck IAH aen den 3den IBE, dat is / DBG f gelijck zijn. Vorders / treckende CF en DG, nademael CA door 't werck tot BD is / als AF tot BG, so sal oock overandert g CA tot AF zijn / als DB tot BG Waerom / nadien in de ∆ken CAF en DBG de hoecken tot A en B gelijck betoont zijn / en de syden om deselve even-reednig / dan mede h de hoecken tot C en D in deselve ∆ken gelijck sullen wesen. Op gelijcke wijz / getrocken zijnde CL en DM, nadien CA door 't werck tot BD is / als AL tot BM / so sal oock i overandert CA tot AL zijn / als DB tot BM. Hierom aengesien in de ∆ken CLA en DMB de hoecken tot A en B gelijck zijn / en de syden om de selve even-reednig: so sullen oock k de hoecken tot C en D in deselve ∆ken gelijck wesen. Nu dewijl de hoecken tot C, dat's / FCA en ACL vergadert of afgetrocken maecken den rechten hoeck FCL; en mede de hoecken tot D, dat's / GDB en BDM insgelijcx vergadert of afgetrocken / maecken den hoeck GDM: soo sal van gelijcken GDM een rechten hoeck wesen / en dien-volgens 't punt D in een rondt vallen / wiens middel-lijn is GM. 't Welck voorgestelt was.

Hierom:

Soo van 2 gegeve punten A en B twee rechte linien getrocken worden / als AC en BD / etc. 't Welck te bewijsen was.

Merckt.

Soo men de linien AC en BD op sodanigen wijz hadde moeten trecken / gelijck men AE, BE getrocken heeft / te weeten / dat de 'tsamen getrocke linien een gegeven hoeck begrijpen als E, of tot malkander een gegeve reden hebben / als AE tot BE: so sal insgelijcx het punt der 't samen-koming E in een vlacke plaets vallen / die in gelegentheyt gegeven is. Gelijcker-wijs hier na openbaer sal worden / te weeten / so uyttet 2de Werckstuck van dit / als oock uyttet 2de Werckstuck van het volgende boeck.

VIII. Vertoogh.

Soo van twee gegeve punten A en B twee rechte linien getrocken worden, als AC, BD, begrijpende een gegeven hoeck E, en besluytende een gegeven vlack, als 't   AC, BC; ende C de uytterste pael van de eene AC in een vlacke plaets komt te vallen, als CF, die in gelegentheyt gegeven is: dan sal oock D de uytterste pael van de andre BD in een vlacke plaets vallen, die in gelegentheyt gegeven is.

't Werck