het welck men met AB om A gelijck verdenckt beweegt te worden / dat dan 't selve een Circkels omtreck beschrijven sal. Hierom dan ghenomen hebbende het punt F, sulcx dat BF soo groot zij als BE, soo laettet selve beschrijven de Circkels omtreck FGP. Wyders soo zy de rechte GAP rechthoeckig op AD, snijdende den omtreck deses Circkels in G en P, welcke

alsdan