gelijck den ∆LAD tot beyde deelen LBA en APD, van welcke de reden van

XX. Afdeeling.

Van d'afteyckening eens Cirkels op't glas, die oock een Circkel is.

Hoedanich men, een Circkel en 't glas gegeven zijnde, een plaets vinden kan, tot welcke het ooch gevoegt zijnde, deselve Circkel sich op 't glas in een Circkel vertoont, heeft my, nu weynich jaeren verleden, den seer vernuftigen en Wiskkonstigen Heer, Claudius Mylon, Rechtsgelerde tot Parijs, die hier op dit volgende uyt-gevonden heft, schriftelijck mede-gedeylt.

Eerste-