De driehoek met zijden 104 en 204 en 220 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
In de figuur staan drie rechthoekige driehoeken samen met de getallen die horen bij vergrotingsfactor 4.
| 10 | 24 | 26 | | 40 | 96 | 104 |
| | 18 | 24 | 30 | | 72 | 96 | 120
| | 24 | 25 | 51 | | 96 | 180 | 204
|
| |
De driehoek met zijden 13 en 20 en 21 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 5 | 12 | 13 |
| | 16 | 12 | 20 | (3 en 4 en 5)
|
|
|
De driehoek met zijden 25 en 29 en 36 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 15 | 20 | 25 | (3 en 4 en 5)
| | 20 | 21 | 29
|
|
De gelijkbenige driehoek met zijden 25 en 25 en 30 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 7 | 24 | 25 |
| | 18 | 24 | 30 | (3 en 4 en 5)
|
|
|
|
De driehoek met zijden 10 en 17 en 21 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
|
De driehoek met zijden 29 en 75 en 92 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 20 | 21 | 29 |
| | 21 | 72 | 75 | (7 en 24 en 25)
|
|
|
De driehoek met zijden 29 en 35 en 48 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 20 | 21 | 29 |
| | 21 | 28 | 35 | (3 en 4 en 5)
|
|
De driehoek met zijden 35 en 75 en 100 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 21 | 72 | 75 | (7 en 24 en 25)
| | 21 | 28 | 35 | (3 en 4 en 5)
|
|
|
De driehoek met zijden 17 en 25 en 28 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 8 | 15 | 17 |
| | 15 | 20 | 25 | (3 en 4 en 5)
|
| |
De driehoek met zijden 25 en 39 en 40 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 7 | 24 | 25 |
| | 24 | 32 | 40 | (3 en 4 en 5)
|
| |
De driehoek met zijden 13 en 37 en 40 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
|
|
De driehoek met zijden 20 en 37 en 51 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 12 | 16 | 20 | (3 en 4 en 5)
| | 12 | 35 | 37
|
| |
De driehoek met zijden 13 en 37 en 40 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| |
De driehoek met zijden 169 en 241 en 328 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
|
|
|
| |
De driehoek met zijden 25 en 39 en 40 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
| 7 | 24 | 25 |
| | 24 | 32 | 40 | (3 en 4 en 5)
|
| |
De driehoek met zijden 65 en 545 en 600 wordt door een hoogtelijn verdeeld in twee rechthoekige driehoeken.
|