|
|
Abraham van den Tempel Abraham liet zich inschrijven als student in de wiskunde aan de Leidse Universiteit: "7 febr. 1653 Abrahamus vanden Tempel, Leovardiensis, anni 30, studiosus mathesios et celebris pictor woont op Steenschuijr, et alit familiam". Hij volgde dus vanaf genoemde datum de lessen van de bekende Frans van Schooten de Jongere, die aan de door Prins Maurits opgerichte en aan de Leidse Universiteit verbonden Ingenieursschool wiskunde doceerde. De lessen werden in het Hollands gegeven in het voorste benedengedeelte van de Faliebagijnkerk aan het Rapenburg, schuin tegenover het huis waarin Abraham van den Tempel woonde. In deze kerk was ook de bibliotheek gevestigd; het geheel is later verbouwd tot de tegenwoordige Universiteitsbibliotheek. De colleges van Van Schooten hadden een geheel ander aspect dan de Latijnse colleges, die in het Universiteitsgebouw werden gegeven. De schrijver J. de Parival verhaalt ons hieromtrent: "In de kercke... worden alle dagen (behalven' s Woensdaeghs en Saterdaeghs) van elf tot twaalf uuren, openbare lessen gedaen in de Neerlandsche taal, in de mathematische konsten, tot gerief van alle ongeletterden, als metselaers, timmerluyden en diergelijcke meer; die haer dan met hoopen in die tijdt hier vinden; sonder mantels maer met hare stocken en schoots-vellen, etc. versien; dat dan seer kluchtigh om sien is. Den professor, die duytsche lessen voor haer doet, evenwel in synen gewoonlijcken aensienlijcken professors-tabbaert, ofte rock is den hoogh-geleerden en wijdt-vermaerden D. Franciscus van Schooten". Wij moeten ons dus voorstellen, dat Abraham van den Tempel in 1653 zich elke werkdag, behalve Woensdags en Zaterdags, enkele minuten voor elven in zijn schilderskiel spoedde naar de Faliebagijnkerk om te zamen met metselaars, timmerlieden e.a. handwerkslieden in hun dagelijkse plunje het college van Frans van Schooten bij te wonen. Vermoedelijk zal vooral de perspectief hem geïnterresseerd hebben. |