Gegeven de som S en de som van de derde machten T van twee onbekende getallen, het grootste getal is A en het kleinste getal is B.
Voorbeeld: gegeven zijn de som S = 8 en de som van de derde machten T = 152.
De gevraagde getallen zijn A = 5 en B = 3.
De som S is inderdaad 5 + 3 = 8
en de som van de derde machten T is inderdaad 53 + 33 = 152.
|