www.fransvanschooten.nl

5 vwo wiskunde B

Constante hoek

Hoofdstuk 6


Schets bij opdracht 29


Uitwerking

Gegeven driehoek ABC met de omgeschreven cirkel met middelpunt M.
Bewijs dat punt S, het snijpunt van de deellijn van ∠C met de middelloodlijn AB, ligt op de omgeschreven cirkel.

  • Gegeven is:
    • driehoek ABC met de omgeschreven cirkel en middelpunt M.
    • punt S is het snijpunt van middelloodlijn AB met de deellijn van hoek C.
  • Te bewijzen:
    • Punt S ligt op de omgeschreven cirkel.
  1. Gegeven zijn driehoek ABC met de omgeschreven cirkel en de deellijn van hoek C,
    Construeerbaar is een andere driehoek met punt C2 op de omgeschreven cirkel, waarbij in driehoek ABC2 geldt dat α = ∠BAC2 = ½∠C2.
    Punt P is het midden van koorde AB en is dus het snijpunt van koorde AB en de middelloodlijn van AB.
    Punt Q is het snijpunt van koorde AB en de deellijn uit hoek C2.
    Punt S is het snijpunt van de middelloodlijn op AB en de deellijn uit hoek C2.
  2. Omdat de punten C en C2 beide op de omgeschreven cirkel liggen,
    daarom is ∠BAC2 = ½∠C2 = ½∠C = α.
  3. Omdat punt S op de middelloodlijn ligt van koorde AB,
    daarom |AS| = |BS|, daardoor is driehoek ABS gelijkbenig en
    dus ∠BAS = ∠ABS = α.
  4. Omdat ∠SBQ = ∠BAC2 = α
    daarom maakt koorde AB Z-hoeken en dus is BS evenwijdig aan AC2
    dus is gelijkbenige driehoek BQS gelijkvormig aan AQC2
    en dus ∠BSQ = ∠SBQ = α.
  5. Omdat in driehoek ABS geldt dat ∠A = ∠B = α,
    daarom is de buitenhoek in punt S gelijk aan 2α,
    en dus ∠ASB = 180−2α.
  6. Omdat in vierhoek BSAC2 geldt dat ∠S = 180−2α en C2 = 2α,
    daarom is de som van de overstaande hoeken gelijk aan ∠S + C2 = (180° − 2α) + (2α) = 180°
    en dus is het een koordenvierhoek en dus liggen alle vier de punten op een cirkel: de omgeschreven cirkel van driehoek ABC.
  7. Conclusie is dat vierhoek BSAC2 een koordenvierhoek is met punt S op de omgeschreven cirkel.
    Hiermee is nog niet bewezen dat de deellijn van hoek C door punt S gaat. Het bewijs gaat verder.

Schets bij opdracht 29

geogebra

geogebra

top
 


  • Te bewijzen:
    • Punt S ligt op de deellijn van ∠C.
  1. Punt S ligt op de middelloodlijn en snijdt daarom koorde AB loodrecht middendoor,
    (zie opdracht 15: de middelloodlijn van een koorde gaat door het middelpunt van een cirkel)
    daarom koorde AS = koorde BS,
    dus ∠AMS = ∠BMS (gelijke koorden, gelijke bogen).
  2. Omdat ∠AMS = ∠BMS (stap 1)
    en omdat ∠ACS = ½∠AMS (omtrekshoek)
    en omdat ∠BCS = ½∠BMS (omtrekshoek)
    daarom ∠ACS = ∠BCS.
  3. Omdat ∠ACS = ∠BCS (stap 2),
    daarom is lijn CS de deellijn van hoek C.
  4. Conclusie is dat de deellijn van hoek C de middelloodlijn van zijde AB snijdt in punt S op de omgeschreven cirkel.

top