
Op deze bladzijde staat de achtste opdracht.
Een volgende opdracht voor leerlingen, staat op bladzijde 56.
opdracht 9


|
VIII
Een boer heeft veel land, waaronder een woest en ontgonnen land dat hij wil nalaten aan zijn zoons.
De boer wil de oppervlakte van dit stuk land weten en heeft onderstaande kaart getekend met alvast enige informatie
|
|
Een landmeter meet slim nog enkele enkele afstanden op en maakt onderstaande kaart.
Volgens de landmeter weet je met deze gegevens voldoende om de oppervlakte van dat land te kunnen uitrekenen.
Ook heeft de landmeter alvast een paar hulplijnen getekend.
Evenwijdig aan zijde AF van vierhoekig stuk land ABEF is lijn BG getrokken.
Enkele lengtes zijn opgemeten:
AB = 29,
BG = 23,
GE = 10,
EF = 15 en
AF = 59.
Hoe groot is de oppervlakte van vierhoek ABEF?
|
opdracht 7
opdracht 9
|
|
|
Vervolgopdracht
De boer heeft twee zonen en wil dat de oppervlakte eerlijk verdeeld wordt onder zijn twee zoons.
Verdeel het land door vanuit het midden van AF een rechte lijn te trekken richting lijn BE.
tip
antwoord
|