Geschiedenis begint bij VièteKort voor 1600 waren wiskundigen op zoek naar nieuwe goniometrische verbanden. Langzaam maar zeker kwamen ze op nieuwe uitdrukkingen. Latijn was toen de wetenschappelijke taal. Uiteindelijk geeft Viète de tangensregel in woorden, maar het is een hele prestatie om in onderstaande zin de moderne uitdrukking te herkennen. Om te beginnen moet je weten dat er voor de tangens nog geen woord was. Viète heeft het op bladzijde 402 over de prosinus!
Moderne AlgebraRond 1900 verschoof de aandacht van meetkunde naar algebra. Het bewijs voor de tangensregel werd verlegd naar het toepassen van goniometrische regels als de som en verschilregel. Die regels krijg je meestal pas in 6 vwo. sin(α) + sin(β) = 2 sin(½(α+β)) × cos(½(α-β))
Deze goniometrische regels zijn modern en de herleiding van de tangensregel gaat zonder meetkundige interpretatie. In de zeventiende eeuw moet er een meer meetkundig bewijs zijn geweest. ManuscriptHet meetkundige idee achter de tangensregel heb ik teruggevonden in een 17de eeuws manuscript dat aangeboden wordt door Forum Rare Books. In onderstaande tekening is een driehoek ABC getekend met daarbuiten dun getekend driehoek ADC en op zijde AD ligt punt E en het snijpunt van zijde AB met lijn CE is punt O. De getallen maken duidelijk dat driehoek BCO gelijkbenig is met top B, evenals dat driehoek ABD gelijkbenig is met top B. Tabulae sinuum tangentium secantium, ad radium 10 000 000In 1627 publiceerde Frans van Schooten Sr een handzaam tabellenboek met regels, voorbeelden en bewijzen. Lange titels waren toen heel gewoon. De volledige titel is "Tabulae sinuum tangentium secantium, ad radium 10 000 000; met 't gebruyck der selve in rechtlinische Triangulen". GeoGebraEen animatie van de bewijsstappen laat zien hoe de slimme hulplijnen zijn gekozen. |
|||||||||||||||||||||
Kan het simpeler?In 1930 vroeg Van der Waerden zich af waarom in de schoolboeken de aandacht uitging naar de tangensregel en dat goniometrische bewijs. Zijn standpunt was dat leerlingen wiskunde leren door zelf na te denken over triviale hulplijnen als de hoogtelijn.
Onder het huidige curriculum, worden wel de sinusregel en de cosinusregel onderwezen met hun afleiding via slimme hoogtelijnen. Op het examen wordt verwacht dat leerlingen die regels uit hun hoofd kennen. De tangensregel is een aardige verdieping. Mijn artikel in het tijdschrift Pythagoras kan gebruikt worden als lesbrief voor zo een verdiepingsles.
Literatuur
|