De transcriptie begint halverwege bij Voorstel I. Het voorgaande staat op webpagina 162 |
| |||
Opdracht Gegeven zijn twee punten A en B. Gevraagd wordt om de lengte van de afstand AB te bepalen zonder van A naar B te gaan. | ||||
| ||||
Applets | ||||
Bewijs Te bewijzen is dat AB = GK. Door de constructie met AC = CD = DF = FG
ontstaat de gelijkbenige driehoek ADG met middens C en F en deellijn DH.
Op webpagina 122 staat het bewijs dat DH de deellijn is van ∆ADG.
Omdat punt I op de deellijn ligt,
is ∆ADI = ∆GDI
want ze hebben een gelijke hoek in D en de aanliggende zijden zijn even lang:
AD = GD en DI = DI.
Daarom zijn de binnenhoeken gelijk, ∠DAI = ∠DGI,
en zijn de buitenhoeken gelijk ∠KGI = ∠BAI.
Dat ∆KGI = ∆BAI volgt uit de overstaande hoek in I,
de gelijke hoeken in A en G en de even lange zijden: AI = GI.
Gevolg is dat de overeenkomstige zijden even lang zijn: KG = AB.
NB. De voorwaarde AC = CD en DF = FG is afdoende. . | ||||